Het gewone sterven
De meeste Nederlanders die als gevolg van een (langdurende) ziekte overlijden, overlijden op een ‘gewone’, natuurlijke manier. Het is de meest voorkomende doodsoorzaak.
In het algemeen gesproken krijgen stervenden tegen het einde steeds meer klachten. Dat kunnen oude klachten zijn – gevolgen van de ziekte – die zich nu heviger manifesteren, maar het kunnen ook nieuwe verschijnselen zijn. Veelvoorkomende klachten in de laatste levensfase zijn: pijn, vermoeidheid, benauwdheid, onrust/verwardheid (delier), verstopping van de darmen (obstipatie) en misselijkheid/braken.
Uiteindelijk stoppen alle lichaamsfuncties: de ademhaling komt tot stilstand, het hart houdt op met kloppen, het bloed stroomt niet langer. De dood is ingetreden.